Achterhoek- Münster grenspalen na 1847

INLEIDING

 

Tractaat van Kleef 1817
Na het tijdperk van Napoleon ontstonden er nieuwe landen, zoals het Koninkrijk Pruissen oostelijk van het Koninkrijk der Nederlanden. Tot het Koninkrijk der Nederlanden hoorde toen ook het Groot Hertogdom Luxemburg.
In het Tractaat van Kleef in 1817 is de grens tussen Pruissen en de Nederlanden nader geregeld. Voor het begin van de markering van de grens “Nederland-Pruissen” is gekozen voor het zuidelijkste punt in Luxemburg bij Schengen aan de Moezel. Daar kwam paal 1 te staan en de laatste paal (nr 832) op het punt: Gelderland-Overijssel-Pruissen. Vastgesteld werd dat de grens langs de Achterhoek uit 1765 geen aanpassing nodig had. De nummering langs de Achterhoek loopt van 730 tot en met 832. Tussenpunten waren er toen niet. Wellicht vanwege de kosten werd gekozen voor geverfde houten palen. Al gauw wordt gerapporteerd dat de houten palen vergaan waren of vernield.          

Hardstenen palen of obelisken
In 1847 werd besloten over te gaan naar het plaatsen van hardstenen palen zodra de houten paal in slechte staat was of vernield of verdwenen. Omdat dit gebeurde tijdens de Bismarckregering worden deze stenen palen ook wel Bismarckpalen genoemd. Vanwege de vorm heten ze ook wel “obelisken”. De palen zijn gehouwen uit hardsteen en komen uit verschillende groeven: basaltlava en blauwbasalt. De min of meer gemiddelde doorsnede is 26x26 cm. De lengte van de obelisken is globaal 200 cm. Door het tijdsverschil van vervaardiging en plaatsing zijn er verschillen in de vormgeving: de bewerking, de wijze van de belettering en de doorsnede. In totaal zijn langs de Achterhoek 103 obelisken geplaatst zijn alsmede op tussenpunten toegevoegd 10 ; in totaal 113 obelisken. Nu staan er nog  90.

Het overzicht is verdeeld van zuid naar noord: Aalten, Winterswijk en Eibergen. Bijzonderheden zijn, voor zover bekend te vinden in het eerste overzicht van de website met titel: Achterhoek – Duitsland.